zondag 21 februari 2010

De frustratie van Pieter Duvelaer

Tot zijn grote woede werd Pieter Duvelaer, bewoner van Huis 's-Hertogenbosch, benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland. De ambitieuze Duvelaer raakte met de benoeming zijn functie en stem in de stadsregering van Middelburg kwijt.

Pieter Duvelaer protesteerde, maar zonder resultaat. Vervolgens weigerde hij recognitie te blijven betalen. Recognitie is een heffing voor een functie in de stadsregering of de voorrechten daarvan. Die weigering leverde hem onenigheid op met de thesauriers en commissarissen van de bank van lening.

In de jaren erna bleef hij proberen 'zijn plek' in de stadsregering terug te krijgen. Hij procedeerde tot aan de Hoge Raad. Toen in 1692 een functie voor raad vrijkwam, belaagde hij op straat burgemeester Alexander de Munck 'met een seer frivool en impertinent protest'. Daarbij deed hij het voorkomen alsof de Hoge Raad hem zijn baan in de stadsregering al had toegewezen.
Het stadsbestuur beschouwde het voorval als 'een frivole en opgeraepte vexe' en verzocht de Hoge Raad het verzoek van Duvelaer te beschouwen als een politieke zaak waarover geen rechtspraak kon zijn. Einde van het liedje was dat Pieter Duvelaer naar een functie in de stadsregering kon fluiten. Toch betekende dat niet dat hij zijn invloed had verloren, zijn zonen Pieter, Daniël en Abraham waren snel, jong en slim...

zaterdag 6 februari 2010

Duvelaers koetsier en de mislukte machtsgreep

De strijd om de macht in Middelburg werd gevoerd door twee partijen of facties: die van 'de heer Duyvelaer en de syne' en die waartoe de families Velters en Thibaut behoorden. In 1686 deed de factie Duvelaer een greep naar de macht, en greep mis. De koetsier van de bewoner van Huis 's-Hertogenbosch werd gevangengezet.

De genoemde 'heer Duyvelaer' was niet Pieter Duvelaer, eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch, maar diens neef, eveneens Pieter genaamd. Omdat ze ook nog eens bijna even oud waren, werden de heren destijds aangeduid als 'Pieter Duvelaer filius Justi' (zoon van Joos) en 'Pieter Duvelaer filius Petri' (zoon van Pieter). Deze laatste was de trotse bewoner van Huis 's-Hertogenbosch.

Wat gebeurde er? De factie Duvelaer had haar zinnen gezet op de ambten van gecommitteerde raad en raad van de admiraliteit. De burgemeesters Alexander de Munck en Christiaan Thibaut voelden hier niets voor. Terwijl zij op reis waren, manipuleerde Pieter Duvelaer filius Justi de vergadering van de stadsregering in het stadhuis. Met hulp van zijn eigen factieleden liet hij zichzelf in beide functies benoemen.

Heftig protest was het gevolg. Twaalf Middelburgse regenten waaronder de twee burgemeesters stuurden een bezwaarschrift aan de stadhouder, Willem III. Deze sprak zich uit voor de factie van Velters en Thibaut en tegen Duvelaer.

Blijkbaar was Duvelaers koetsier (de Duvelaer van Huis 's-Hertogenbosch) betrokken bij de machtsgreep. Misschien had hij met een vals bericht de burgemeesters De Munck en Thibaut uit Middelburg weggelokt zodat ze niet aanwezig zouden zijn bij de vergadering. Want behalve koetsier was deze Andries de Vos bode op het stadhuis. Op last van burgemeester Thibaut werd hij vijf maanden gevangengezet op het 's Gravensteen in Middelburg.

's Gravensteen of gevangenis te Middelburg, omstreeks 1690

woensdag 3 februari 2010

Originele bezoekersgeluiden uit de 17e eeuw




Beluister het originele, 17e-eeuwse geluid van bezoekers aan Huis 's-Hertogenbosch die niet de klopper gebruikten.

dinsdag 2 februari 2010

De geheime schat in het toiletkamertje



Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg beschikte over een - in de 17e eeuw zeldzaam - inpandig toiletkamertje. Drie eeuwen na de bouw was het kamertje nog steeds in gebruik, maar dan als wijnkast. Tijdens timmerwerk aan het einde van de jaren 60 van de 20ste eeuw werd er 'de geheime schat' van Pieter Duvelaer of zijn gezinsleden ontdekt.

Omstreeks 1690 moet één van de bewoners van Huis 's-Hertogenbosch een appeltje voor de dorst hebben verstopt. Was het Pieter Duvelaer? Echtgenote Anna Velters? Of één van de vijf kinderen? Wie het ook was, hij of zij verborg zes munten achter een plankje naast de deurstijl. Het ging om twee zilveren guldens uit 1682: één van Deventer en één van Nijmegen, vier zilveren schellingen: één uit 1683 van Zeeland en drie uit het begin van de 17e eeuw: één van Zwolle en twee van Kampen.

Het toiletkamertje ter grootte van 1 x 1,5 meter bevond zich heel onopvallend in de loze ruimte tussen de voorkamer en het trappenhuis. Het had uitzicht op de binnenplaats en was bereikbaar via een deur op de trap. Het toiletje loosde op een beerkeldertje. Daar werd in 2001 een toiletset, of wat er van overgebleven was, gevonden.

Overigens bood Huis 's-Hertogenbosch voorafgaand aan de muntvondst tijdelijk onderdak aan een echte schat van gouden munten. Deze werd in maart 1966 gevonden in een veld bij Serooskerke op Walcheren. In afwachting van de veiling werden de 1023 gouden munten bewaard in de kluis van de bank Hondius, gevestigd in Huis 's-Hertogenbosch. De opbrengst van de veiling bedroeg meer dan een half miljoen gulden.