zaterdag 24 april 2010

Eigenaren-bewoners tegen het licht


Meerdere bewoners van Huis 's-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt in Middelburg waren geïnteresseerd in de geschiedenis van het pand. Aan het einde van de 20e eeuw liet de toenmalige bewoner, directeur van de bank Hondius, een glas-in-lood-raam in het trappenhuis plaatsen. Afgebeeld zijn de familiewapens van sommige bewoners. Als het raam een compleet beeld van alle eigenaren-bewoners zou geven, waren de volgende familiewapens te zien geweest:

De la Porte
Bouwheer Otto de la Porte bewoonde Huis 's Hertogenbosch van 1665 tot aan zijn dood in 1678.

Duvelaer
Vier generaties van deze Zeeuwse regentenfamilie, te beginnen met mr Pieter Duvelaer filius Petri, bewoonden het huis van 1682 tot en met 1785.

Bodt
Rutteria Bodt kocht het huis in 1785. Zij was getrouwd met Pieter van Visvliet. Na zijn overlijden in 1787 verhuisde zij naar Huis 's-Hertogenbosch.

Van Visvliet
De dochter van Rutteria Bodt en Pieter van Visvliet erfde Huis 's-Hertogenbosch in 1791. Deze Maria Ursula van Visvliet was getrouwd met Leendert Huybrecht de Haze Bomme. Zij trokken na de dood van Rutteria Bodt in Huis 's-Hertogenbosch. Het echtpaar bleef er wonen tot in 1812.

Van der Horst
Maria van der Horst kocht het huis in 1812. Zij was de echtgenote van notaris Cornelis Serlé. In 1822, na het overlijden van haar man, verkocht zij Huis 's-Hertogenbosch aan makelaar Abraham van den Broecke Jacobuszn.

Van den Broecke
Makelaar Abraham van den Broecke Jacobuszn. werd al vroeg weduwnaar in Huis 's Hertogenbosch. Al enkele jaren nadat het jonge gezin in 1822 verhuisd was, overleed echtgenote en moeder van vijf kinderen Maria Diemont in het kraambed. Van den Broecke overleed in 1860.

Van Citters
Pieter Damas van Citters junior kocht het huis vijf jaar na de dood van Van den Broecke, in 1865. Hij verkocht het in 1881 aan belastinginspecteur Evers.

Evers
Belastinginspecteur Johannes Jacobus Theodorus Evers was getrouwd met Catharina Wilhelmina Juijnboll. Hij kocht Huis 's-Hertogenbosch in 1881 en verkocht het na zijn pensioen in 1904.

Hondius
Bankdirecteur Carel Juliaan Hondius kocht Huis 's-Hertogenbosch in 1904. Zijn zoon volgde hem op, zijn kleindochter was de laatste Hondius die het pand bewoonde.
Aan het eind van de 20e eeuw kwam het huis in het bezit van respectievelijk het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en de tegenwoordige eigenaar Vereniging Hendrick de Keyser.

zaterdag 17 april 2010

Bouwfraude?

De reputatie van Pieter Duvelaer, eigenaar sinds 1682 van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg, was een rijke voedingsbodem voor geruchten en anekdotes. Daaronder zijn twee verhalen over bouwfraude. Huis 's-Hertogenbosch zou gedeeltelijk betaald en gebouwd zijn met geld en materialen die bestemd waren voor de bouw van de Oostkerk.

De Oostkerk werd gebouwd tussen 1646 en 1667 en werd evenals Huis 's-Hertogenbosch opgetrokken in de stijl van het Hollands Klassicisme. De bouw van de kerk verliep verre van voorspoedig en lag regelmatig stil wegens geldgebrek. Er werd zelfs een stedelijke belasting op wijn en bier geheven om de kerk te kunnen voltooien. Diverse bouwmeesters waren bij het werk betrokken: Bartholomeus Drijfhout, Pieter Post, Arent van 's-Gravesande en stadstimmerman Louys Jolijt.



Eén van de verhalen werd opgetekend door de stadsarchivaris H.M. Kesteloo in 1901: "De overlevering zegt, dat het geld, dat voor den bouw van deze kerk bestemd was, gebruikt zou zijn voor den bouw van huizen van particulieren. Schoon de waarheid daarvan niet bewezen is, gaven de handelingen van het stadsbestuur wel aanleiding tot de verspreiding van zoodanige geruchten, door stads werklieden te laten arbeiden en stads materialen te laten gebruiken aan gebouwen van particulieren; maar volgens de rekeningen werden de kosten aan de stad vergoed. Zoo vindt met, dat van de erfgenamen van den burgemeester Joos Duvelaer £170:16:3 werd ontvangen voor overgenomen materialen en verschoten arbeidsloon 'by stadts werkvolck aen den huysen van den voorseiden heer zaliger verdient' van maart 1666 tot 28 september 1669. Van Pieter Duvelaer werd terzelfder zake £241:6:1 ontvangen over het tijdvak 16 augustus 1670 tot mei 1671. Mr Christiaan Thibaut betaalde £22:14:9 'over eenich werck by stadtwerkvolck tsynen huyse gedaen'".
Het andere verhaal werd opgeschreven door regent Michiel Michielsen in zijn Burlesque Notulen (gedateerd: januari 1678): “De agt- en twintig Duizent Ponden, die Middelburg aan schulden hadde, was gekomen, zoo als wij voren hebben aangetoond, door het bouwen van de Oostersche Kerk en de huizen in de Gortstraat, Vlaschmarkt, en het huis te Poppendamme, zoo als men zegt daar onder bedongen zouden zijn geweest, toebehoord hebbende de Mauregnault, en op de Vlaschmarkt Duivelaar.”
Beide verhalen zijn anekdotes. Pieter Duvelaer kocht Huis 's-Hertogenbosch pas in maart 1682. Voor die tijd woonde er geen Duvelaer aan de Vlasmarkt.

zondag 11 april 2010

Interieur update uit de late 17e eeuw



Huis 's-Hertogenbosch was vanaf 1682 eigendom van Pieter Duvelaer en zijn vrouw Anna Velters. Het echtpaar moderniseerde het interieur en bestelde in lijn met status en levensstijl een groot plafondstuk voor de grote zaal. Hiermee werd de godenwereld in huis gehaald. Goden en halfgoden sloegen voortaan de familieleden Duvelaer en hun gasten gade. Het gaat om Demeter - godin van de landbouw, en haar dochter Persephone - verantwoordelijk voor de seizoen, Mercurius - god van de handel, Diana -godin van de jacht, de drie gratiën - representanten van edelheid, en Mars - god van de oorlog.



Voorstellingen van mythische figuren waren aan het einde van de 17e eeuw in de mode. Frankrijk zette de trend. Een schilderij in de voorzaal van Huis 's-Hertogenbosch, aangebracht in de betimmering boven de deur, stelt Leda en de zwaan voor.



De voorzaal kreeg een hypermodern gedecoreerd stucplafond met veel relièf. Het is vormgegeven naar de ontwerpen van de Franse top-binnenhuisarchitect Daniël Marot.



Tussen de voorzaal en grote zaal werd een brede doorgang gemaakt. Een modieuze 'en suite' was het resultaat. Het oorspronkelijke gangetje tussen beide vertrekken dat onder meer via een trap toegang gaf tot de kelder kwam te vervallen. Pieter Duvelaer en Anna Velters waren nu in staat hun gasten op niveau te ontvangen.