woensdag 30 december 2009

De streken van Pieter Duvelaer

Huis 's Hertogenbosch kreeg in maart 1682 een nieuwe eigenaar, de 35-jarige mr Pieter Duvelaer (1647-1703). Hij was getrouwd met Anna Velters (-1720). Het echtpaar had vijf jonge kinderen: Pieter, Daniël, Abraham, Anna Catharina en Johanna Maria.

Pieter Duvelaer en Anna Velters

Pieter had rechten gestudeerd in Leiden en was afgestudeerd op maritiem recht. Na zijn studie werd hij afwisselend schepen, raad en thesaurier in de stadsregering van Middelburg.
In de negentiende eeuw ging het verhaal dat hij door Anna Velters te trouwen een rijk man werd. Inderdaad bracht zij veel geld mee in het huwelijk, een erfenis van haar vader. Pieter Duvelaer gebruikte het in 1672 voor de verbouwing van hun huis de Croone aan de Langedelft te Middelburg.

Het echtpaar werd echter nog veel rijker dankzij Anna's afkomst en Pieters rechtsgeleerdheid. Anna's vader was namelijk Reijnier Velters, telg uit de steenrijke en vooraanstaande Zeeuwse familie. En hoewel zij een som geld van haar vader had geërfd, liet de familie haar niet meedelen in andere erfenissen. Dat kwam omdat haar moeder, Maria Henderiks, de dienstmeid van de familie was. Anna hoorde er niet echt bij.
Pieter Duvelaer ijverde voor de officiële erkenning van Anna. De achterliggende gedachte was ook voor tijdgenoten overduidelijk: geld. Een regent uit Vlissingen schreef in 1680 hierover op rijm:

D'heer Duvelaer hadt een wijff getrouwt
die bij d'Heer Velters meidt gemaakt was,
En aan een brave ponke goudt
door Velters codicil geraakt was,
Omdat er was in dit gewest,
door trouw communio bonorum
Dan kon hij sijnde Velters bloed,
wanneer er iemand quam te sterven
In 't fidei commissaire goed
soo wel als andere Vrinden erven
Dog Velters Vrienden altemaal,
versogten aan de Heeren Staaten
Door een Request Antidotaal
dat men 't versoeck niet toe sou laaten
De naam was haar bij testament
van Annetie Reijniers gegeven
Hij hadt haar nimmermeer erkendt
voor eijge dogter in sijn leeven
Sij was bij boeren opgevoedt
te Mesplaets in de Kemperlanden
Daar na gezogt zij door haar goedt
in Domine van Heuvelt handen
Indien haar vader niet verstont
haar selfs te naturaliseeren
Hoe kon haar dan den Staat terstont
op een request legitimereeren
T'wiert evenwel geconcludeert
al was het contra bonos mores
En sij wiert gelegitimeert
alleenelijk quo ad honores
Een raadsman bragt daar bij te pas,
dat men haar niet wettig kon verklaaren
Omdat er al prescriptie was,
want z' had al meer als dertig jaaren.

In haar verzoek om erkenning betoogde Anna Velters dat het haar te doen was om de eer. Haar vader was 'zonder solemnisatie van houwelijck' door een 'ontijdige doot' van haar moeder gescheiden. Haar vader en moeder waren bovendien nooit eerder getrouwd geweest en hadden geen andere kinderen. Verder was zij zelf inmiddels 'aen een honorabel geslachte getrouwt'. Gealarmeerde 'Vrunden in de Familie van de Velters' dienden meermalen verzoeken in om gehoord te worden in de kwestie. Toch verleenden de Staten van Zeeland Anna Velters in december 1680 haar de begeerde 'brieven van legitimatie'. Zij bepaalden daarbij evenwel dat de status slechts van toepassing was op de 'eer en weerdigheyt' en geen recht gaf op 'eenige erfenisse ofte andere voordeele'. Dat was een gevoelige tegenvaller. Vooral omdat het voorgaande jaar een neef van Anna was overleden. Maar Pieter Duvelaer had meer pijlen op zijn boog... In maart 1682 was hij in staat het Huis 's-Hertogenbosch te kopen.

dinsdag 29 december 2009

'Meer schaden dan baten'

Wie zou Huis 's-Hertogenbosch gaan erven? In 1678 kon die vraag niet beantwoord worden. Otto de la Porte had geen echtgenoot of kinderen die aanspraak op het huis maakten. Hij had helemaal geen erfgenamen, lijkt het wel. De afwikkeling van zijn nalatenschap was in handen van een notaris die aan de Vlasmarkt woonde, mr. Dionisius Rexstoot.

Aangezien Otto de la Porte geen erfgenamen in rechte lijn had, maakte de overheid aanspraak op een deel van de nalatenschap via het recht van collaterale successie. Daartoe moest de boedel getaxeerd worden. Dat was echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. De boedels van Otto de la Porte en Aernout Govaerts, die voor de helft eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch was, bleken 'gemelleert', en die van Govaerts bovendien 'met vele processes belast'.
Uiteindelijk - na drie jaar! - werd de nalatenschap van Aernout Govaerts getaxeerd op ruim 4000 ponden Vlaams. De boedel van Otto de la Porte 'wert naar examinatie van den staadt ende inventaris bevonden [met] meer schaden dan baten' en werd vrijgesteld van belasting.

De te betalen successierechten over de boedels van Otto de la Porte en Aernout Govaerts werden vastgesteld door de Rekenkamer Zeeland.
Afbeelding van de rekenkamer uit 1647.

De schuldeisers hebben waarschijnlijk in de rij gestaan. Tot in de jaren '90 spanden zij rechtszaken aan. Ondertussen maakte notaris Rexstoot als boedelbeheerder het onroerend goed van Otto de la Porte ten gelde. In maart 1682 verkocht hij de helft van Huis 's-Hertogenbosch aan Cornelis en Adriaen Govaerts, de beheerders van de boedel van Aernout Govaerts. Zij betaalden 1025 ponden Vlaams en verkochten binnen een week het hele huis voor 1382 ponden Vlaams aan mr Pieter Duvelaer uit Middelburg.

maandag 28 december 2009

Otto de la Porte gaat failliet

In het Rampjaar 1672 werden de Nederlanden bedreigd door Franse legers. Middelburg legde haar burgers zware belastingen op voor de oorlogvoering, onder andere voor 'het maeken van de borstweringen op de wallen rontom dese stadt'. In de chaos brak een opstand uit onder de boeren op het omringende platteland. Zij waren ervan overtuigd dat de stad hen niet zou steunen bij de verdediging tegen de Franse troepen, maar zich zou willen overgeven. De opstand sloeg over naar de burgers en gezamenlijk namen boeren en burgers een aantal leden van de stadsregering in gijzeling. De voltallige stadsregering, inclusief de kiezers, werd die dag, 21 juli 1672 gedwongen haar functie neer te leggen. Het duurde even voordat ook de kiezers inzagen dat zij geen keus hadden: 'En oock wel principael voor de rust van de stad, en haer selfs persoonen, te behouden voor gevaer van 't leven, en plundren van haer huysen'.

Opstandige boeren en burgers halen burgemeester Van den Brande en
andere regenten uit zijn huis te Middelburg, 21 juli 1672.

Otto de la Porte verloor dus zijn positie in de stadsregering, maar behoedde Huis 's-Hertogenbosch voor plundering. Evenals in het voorgaande jaar betaalde hij in 1672 veel belasting voor zijn omvangrijke vermogen, maar van personeel was geen sprake meer. Wel was hij belasting verschuldigd voor de grote hoeveelheid wijn in zijn bezit.

De Franse bezetting van de Nederlanden kon weliswaar worden verijdeld, maar de daaropvolgende economische malaise had het land stevig in haar greep. In 1673 ging de West Indische Compagnie ten onder. In Zeeland gingen de Middelburgse Wisselbank en de Bank van Lening failliet.

In 1677 was Otto de la Porte genoodzaakt een alliantie aan te gaan met de familie Govaerts. De helft van Huis 's-Hertogenbosch kwam in handen van Aernout Govaerts, die er ook ging wonen. Aernout Govaerts was nog te jong om zelfstandig te mogen handelen. Zijn familie had daarom in september 1677 een meerderjarigheidsverklaring voor hem aangevraagd, in januari 1678 werd die verleend. Veel plezier had hij er niet van, hij overleed twee maanden later.

Otto de la Porte overleed in juni 1678. Hij werd begraven in de Franse kerk. Zijn nalatenschap was een financiële wanorde van jewelste.

zondag 27 december 2009

Bouwheer Otto de la Porte

Voor de bouw van Huis 's Hertogenbosch werd eerst de sloophamer gehanteerd. Dat was aan het einde van het jaar 1663. Otto de la Porte, een circa 45-jarige ondernemer, gaf toen de opdracht tot de bouw.

Otto's familie was afkomstig uit Vlaanderen. De familie waarvan meerdere leden de naam Otto droegen, verhuisde naar Walcheren. In 1648 trad een Otto de la Porte op als reclamant voor Vlaamse en Franse kooplieden wier scheepsladingen waren gekaapt door Britse kapers. In 1658 overleed een Otto de la Porte in Middelburg, waar hij werd begraven in de Franse kerk.

In 1663 gaf Otto de la Porte de aanzet voor de bouw van Huis 's-Hertogenbosch door 'dry huysen annex den anderen, staende op de Vlaschmarct ende in 't Beddewechstraetje' te kopen. Hij betaalde er 1300 ponden Vlaams voor, een aanzienlijke som geld. De nieuwe aankoop grensde aan een pand dat reeds in zijn bezit was, huis de Dry Coninghen. De panden liet hij grotendeels slopen voor de bouw van Huis 's-Hertogenbosch. Aan weerszijden van de nieuwbouw bleven de huizen de Drye Coninghen en de Olymolen behouden.

Links van Huis 's-Hertogenbosch het huis de Dry Coninghen en rechts het huis de Olymolen.
Het timpaan bovenaan de gevel ontbreekt op deze tekening van J. Prince uit 1950-1960.
Zeeuws Archief, HTAM-P-1049

Nog tijdens de bouw kocht Otto de la Porte andere huizen, zoals het grote huis de Morgensterre aan de Vlasmarkt, voor 1100 ponden Vlaams.

Volgens het jaartal op de gevel was de bouw van Huis s'-Hertogenbosch in 1665 voltooid. De gevel met pilasters - deels in natuursteen - werd bekroond door een timpaan. Boven de brede voordeur was een rond bovenlicht in verfijnd beeldhouwwerk aangebracht. Bij het openen van de deur werd de royale, geblokte marmeren vloer in de hal zichtbaar. Op het dak van het bijna vierkante huis stond een achthoekige toren vanwaaruit de duinen bij Dishoek, Vlissingen, duidelijk waarneembaar waren. Dit stadspaleis ademde aanzien en macht.

Het ging Otto de la Porte voor de wind. In 1669 verwierf hij zelfs de positie van kiezer in de stadsregering van Middelburg. Voor 'nieuwkomers' in een stad kon die functie leiden tot hogerop. Uit de belastinggegevens over 1671 blijkt dat hij er warmpjes bijzat. Verder had hij twee dienstboden in dienst en beschikte hij over een paard en wagen. De toekomst leek er rooskleurig uit te zien, maar toen brak het Rampjaar aan...

zaterdag 26 december 2009

Hollands Classicisme in Zeeland


Huis 's-Hertogenbosch is gebouwd in de stijl van het Hollands Classicisme, een navolger van het Classicisme waarbij de Griekse en Romeinse bouwstijl model stond. Kenmerkend is het gebruik van de klassieke zuilenorden, dat een imponerende gevel oplevert. Natuursteen en beeldhouwwerk geven nog meer grandeur.

Het Hollands Classicisme heeft indrukwekkende gebouwen opgeleverd. Heel bekend is het Paleis op de Dam in Amsterdam ontworpen door Jacob van Campen (1595-1657), en - ook van zijn hand - het Mauritshuis in Den Haag. Andere voorbeelden zijn de Lakenhal te Leiden door Arent van 's Gravensande en Paleis Noordeinde te Den Haag door Pieter Post.
In Zeeland verrees aan de haven te Vlissingen in 1641 het Lampsinshuis, gebouwd in opdracht van de vooraanstaande reders, de gebroeders Lampsins. In Middelburg werden de Oostkerk, gereed in 1667, het Huis de Globe (links op de foto) en in 1671 het pakhuis der Oostindische Compagnie (rechts) gebouwd.

Foto : J.P.A. Antonietti, 1914, detail. Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Huis 's-Hertogenbosch hoort ook in het rijtje thuis. Een kapitaal huis, gebouwd met dure bouwmaterialen. In 1665, toen het volgens het jaartal in de gevel gereedkwam, was dit huis een 'statement'. Het moest iets duidelijk maken over de bewoner. Wie was dat?

vrijdag 25 december 2009

Een huis uit 'De Vijf'


'Later' wilde ik altijd in een groot oud huis wonen. Een huis met krakende vloeren, eikenhouten betimmeringen en geheime doorgangen. Net als in de boeken over De Vijf van Enid Blyton.
En ik heb er gewoond, in een eeuwenoud huis dat tot in de kieren gevuld is met verhalen over voorbije bewoners inclusief een echte schat. In het Zeeuws Archief liggen de verhalen voor het oprapen, als je maar eenmaal de juiste bron hebt aangeboord is het simpel. Deze weblog vertelt het verhaal van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg, met geheimen uit het verleden en avonturen uit het heden...