zaterdag 25 december 2010

Nieuwe huurder gezocht!


Wie wordt de nieuwe bewoner van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg? Sinds maart 2010 is het monument verlaten. De eigenaar Vereniging Hendrick de Keyser zoekt een nieuwe huurder; niet alleen voor Huis 's-Hertogenbosch maar ook voor het buurpand de Drye Coninghen. De twee panden zijn sinds 1665 met een (dienstboden)gang aan elkaar verbonden. Ook de garage, die apart te huur wordt aangeboden, hoort al meer dan honderd jaar bij de huizen.
En de prijs voor dit monumentale complex? Voor 4475 euro per maand is dit uw thuis (exclusief gas, water en licht).

dinsdag 15 juni 2010

Daniël Duvelaer en de fraude in Italië

De drie zonen van Pieter Duvelaer en Anna Velters maakten snel carrière. Pieter en Abraham verwierven een positie in de stadsregering van Middelburg maar Daniëls loopbaan bracht hem in het buitenland, in Italië.

Kapers
Op voordracht van de Staten van Zeeland werd Daniël Duvelaer omstreeks 1695 benoemd tot commissaris over de princen (de buit) die door kapers (voorzien van een commissiebrief van de Staten van Zeeland) in het Middellandse Zeegebied werden opgebracht. Daniël woonde in Livorno, Italië, en werkte daar onder leiding van Nederlands consul Giacomo (Jacob) Calckberner.

Livorno, ca 1700.

De kapers of commissievaarders maakten vijandelijke schepen en hun lading buit met toestemming van de Staten van Zeeland. Daniël Duvelaer zag toe op de veiling van de buit. Van de opbrengst ging een percentage naar Zeeland en naar de stadhouder.
Werd een veiling buiten de boeken gehouden - een geval van fraude dus - dan 'hoefde' dat percentage natuurlijk niet te worden afgedragen. Een paar jaar na zijn aanstelling was Daniël Duvelaer betrokken bij een dergelijke fraudezaak.

Fraude
De fraude betrof de schepen Walcheren en Koningin Maria met als kapiteins respectievelijk Willem en Jan Credo. De kapiteins hadden in de Middellandse Zee verschillende Franse schepen veroverd en binnengebracht in de haven van Livorno. De veiling van de schepen stond onder leiding van consul Calckberner en Daniël Duvelaer. Alle betrokkenen, inclusief de boekhouders van de schepen, Jan en Jacob Sautijn, werden voor de Hoge Raad gedaagd. Toch behield Daniël zijn baan, evenals consul Calckberner.

Postmeester Duvelaer
Omstreeks 1702 keerde Daniël Duvelaer terug naar Middelburg. Hij werd benoemd tot postmeester van Middelburg, een lucratieve baan waarvoor hij 2250 ponden Vlaams aan recognitie betaalde.
Aanvankelijk bleef hij bij zijn moeder Anna Velters en zijn broers en zusters in Huis 's-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt wonen. In 1704 kocht hij een eigen huis aan de Herenstraat in Middelburg. Hij woonde daar met zijn personeel (twee boden) en had zijn eigen rijtuig (een chaise) met paard.

maandag 14 juni 2010

Politiek succes voor de broers Duvelaer



De kroning van stadhouder Willem III tot koning van Engeland in 1689 inspireerde Abraham Duvelaer op jeugdige leeftijd tot de bovenstaande kalligrafie.

Als men Holland tot den Val dagt te Brengen in Oranje
Wiert hij Conink van Brittanje
En sloeg wijsselijck de Bal Van Authoriteit na boven
Tot verwondering van elk een
Meerder, als men kon geloven
Al ten dienste Van 't gemeen

Abraham studeerde net als zijn vader Pieter Duvelaer (1647-1703) rechten in Leiden. Na voltooiing van zijn studie deed hij een greep naar de macht in Middelburg. Met succes. Na het overlijden van koning stadhouder Willem III in 1702 waren er politieke onrusten uitgebroken. In Middelburg slaagde een opstandige groep regenten erin om een sterke positie in de stadsregering te veroveren. De leiding van de opstandelingen was in handen van Fannius.

Zeeuwsche Rommelzo
Ook de bevolking werd bij de strijd betrokken. In het politieke pamflet 'Zeeuwsche Rommelzo' komt de naam Bramtje Duvelaer voor als aanhanger van Fannius. Abraham en zijn broer Pieter Duvelaer de Jonghe waren inderdaad felle partijgangers van de nieuwe stroming.
Pieter verkeerde in de situatie dat hij zowel kiezer als secretaris van Middelburg was. Als secretaris steunde en maakte hij deel uit van de nieuwkomers. Daarmee was hij een luis in de pels van de kiezers die de oude garde bleven steunen. Kiezer Pieter van Rosmaele vond dat beide ambten niet te verenigen waren en probeerde Pieter Duvelaer de Jonghe uit het kiezerscollege te zetten. Duvelaer reageerde met een gedrukt pamflet waarin hij zijn verwondering over Van Rosmaele uiteenzette en diens woorden weerlegde. Het pamflet liet hij door een notaris en twee getuigen aanbieden aan de eerste kiezer van het kiezerscollege. Daarmee was de kous af, Pieter Duvelaer de Jonghe bleef kiezer.

Tegen-coup
De kiezers bleven zich tegen de nieuwe machtshebbers verzetten. In 1704 vormden zij de kern van een groep regenten die een tegen-coup beraamde. Pieter Duvelaer de Jonghe maakte geen deel van hen uit, hij verscheen niet op de vergadering waarin de plannen voor de machtsgreep uiteengezet werden. Gelukkig voor hem, want de coup-de-force eindigde in een mislukking en betekende voor veel regenten het definitieve politieke einde. De gebroeders Duvelaer zaten echter voorgoed in het zadel. Pieter Duvelaer de Jonghe bleef secretaris, Abraham Duvelaer werd in 1705 benoemd tot raad en in 1712 tot burgemeester van Middelburg.

De derde broer, Daniël, maakte ook carrière, maar op een heel ander gebied en op geheel andere wijze. Een wijze die zijn sluwe vader niet had misstaan.

dinsdag 8 juni 2010

Pieter Duvelaer sterft zonder ambitie waar te maken



Van alle politieke aspiraties kwam niets meer terecht. Pieter Duvelaer, eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch sinds 1682, ijverde jarenlang voor terugkeer in de stadsregering van Middelburg. Tevergeefs, hij stierf op 56-jarige leeftijd in de zomer van 1703.

Pieter Duvelaer werd begraven in de Nieuwe Kerk te Middelburg. Op zijn graf prijkte zijn familiewapen, een goud en rood gegeerd schild met als helmteken een lopende haas achter gouden korenaren gemeleerd met groene takken. Het wapen werd vastgehouden door twee zilveren staande honden, rechts een brak en links een windhond.

Zijn weduwe Anna Velters bleef met hun vijf kinderen in Huis 's-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt te Middelburg wonen. De twee jongsten waren Anna Catharina en Johanna Maria. De oudste drie kinderen - Pieter junior, Abraham en Daniël - zouden gauw het ouderlijk huis verlaten. De middelste zoon zou het ambt veroveren, waarvan zijn vader alleen maar had kunnen dromen: dat van burgemeester van Middelburg.

Pieter Duvelaer filius Petri (Oostkapelle 1647 - 9 juni 1703 Middelburg)

zaterdag 24 april 2010

Eigenaren-bewoners tegen het licht


Meerdere bewoners van Huis 's-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt in Middelburg waren geïnteresseerd in de geschiedenis van het pand. Aan het einde van de 20e eeuw liet de toenmalige bewoner, directeur van de bank Hondius, een glas-in-lood-raam in het trappenhuis plaatsen. Afgebeeld zijn de familiewapens van sommige bewoners. Als het raam een compleet beeld van alle eigenaren-bewoners zou geven, waren de volgende familiewapens te zien geweest:

De la Porte
Bouwheer Otto de la Porte bewoonde Huis 's Hertogenbosch van 1665 tot aan zijn dood in 1678.

Duvelaer
Vier generaties van deze Zeeuwse regentenfamilie, te beginnen met mr Pieter Duvelaer filius Petri, bewoonden het huis van 1682 tot en met 1785.

Bodt
Rutteria Bodt kocht het huis in 1785. Zij was getrouwd met Pieter van Visvliet. Na zijn overlijden in 1787 verhuisde zij naar Huis 's-Hertogenbosch.

Van Visvliet
De dochter van Rutteria Bodt en Pieter van Visvliet erfde Huis 's-Hertogenbosch in 1791. Deze Maria Ursula van Visvliet was getrouwd met Leendert Huybrecht de Haze Bomme. Zij trokken na de dood van Rutteria Bodt in Huis 's-Hertogenbosch. Het echtpaar bleef er wonen tot in 1812.

Van der Horst
Maria van der Horst kocht het huis in 1812. Zij was de echtgenote van notaris Cornelis Serlé. In 1822, na het overlijden van haar man, verkocht zij Huis 's-Hertogenbosch aan makelaar Abraham van den Broecke Jacobuszn.

Van den Broecke
Makelaar Abraham van den Broecke Jacobuszn. werd al vroeg weduwnaar in Huis 's Hertogenbosch. Al enkele jaren nadat het jonge gezin in 1822 verhuisd was, overleed echtgenote en moeder van vijf kinderen Maria Diemont in het kraambed. Van den Broecke overleed in 1860.

Van Citters
Pieter Damas van Citters junior kocht het huis vijf jaar na de dood van Van den Broecke, in 1865. Hij verkocht het in 1881 aan belastinginspecteur Evers.

Evers
Belastinginspecteur Johannes Jacobus Theodorus Evers was getrouwd met Catharina Wilhelmina Juijnboll. Hij kocht Huis 's-Hertogenbosch in 1881 en verkocht het na zijn pensioen in 1904.

Hondius
Bankdirecteur Carel Juliaan Hondius kocht Huis 's-Hertogenbosch in 1904. Zijn zoon volgde hem op, zijn kleindochter was de laatste Hondius die het pand bewoonde.
Aan het eind van de 20e eeuw kwam het huis in het bezit van respectievelijk het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en de tegenwoordige eigenaar Vereniging Hendrick de Keyser.

zaterdag 17 april 2010

Bouwfraude?

De reputatie van Pieter Duvelaer, eigenaar sinds 1682 van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg, was een rijke voedingsbodem voor geruchten en anekdotes. Daaronder zijn twee verhalen over bouwfraude. Huis 's-Hertogenbosch zou gedeeltelijk betaald en gebouwd zijn met geld en materialen die bestemd waren voor de bouw van de Oostkerk.

De Oostkerk werd gebouwd tussen 1646 en 1667 en werd evenals Huis 's-Hertogenbosch opgetrokken in de stijl van het Hollands Klassicisme. De bouw van de kerk verliep verre van voorspoedig en lag regelmatig stil wegens geldgebrek. Er werd zelfs een stedelijke belasting op wijn en bier geheven om de kerk te kunnen voltooien. Diverse bouwmeesters waren bij het werk betrokken: Bartholomeus Drijfhout, Pieter Post, Arent van 's-Gravesande en stadstimmerman Louys Jolijt.



Eén van de verhalen werd opgetekend door de stadsarchivaris H.M. Kesteloo in 1901: "De overlevering zegt, dat het geld, dat voor den bouw van deze kerk bestemd was, gebruikt zou zijn voor den bouw van huizen van particulieren. Schoon de waarheid daarvan niet bewezen is, gaven de handelingen van het stadsbestuur wel aanleiding tot de verspreiding van zoodanige geruchten, door stads werklieden te laten arbeiden en stads materialen te laten gebruiken aan gebouwen van particulieren; maar volgens de rekeningen werden de kosten aan de stad vergoed. Zoo vindt met, dat van de erfgenamen van den burgemeester Joos Duvelaer £170:16:3 werd ontvangen voor overgenomen materialen en verschoten arbeidsloon 'by stadts werkvolck aen den huysen van den voorseiden heer zaliger verdient' van maart 1666 tot 28 september 1669. Van Pieter Duvelaer werd terzelfder zake £241:6:1 ontvangen over het tijdvak 16 augustus 1670 tot mei 1671. Mr Christiaan Thibaut betaalde £22:14:9 'over eenich werck by stadtwerkvolck tsynen huyse gedaen'".
Het andere verhaal werd opgeschreven door regent Michiel Michielsen in zijn Burlesque Notulen (gedateerd: januari 1678): “De agt- en twintig Duizent Ponden, die Middelburg aan schulden hadde, was gekomen, zoo als wij voren hebben aangetoond, door het bouwen van de Oostersche Kerk en de huizen in de Gortstraat, Vlaschmarkt, en het huis te Poppendamme, zoo als men zegt daar onder bedongen zouden zijn geweest, toebehoord hebbende de Mauregnault, en op de Vlaschmarkt Duivelaar.”
Beide verhalen zijn anekdotes. Pieter Duvelaer kocht Huis 's-Hertogenbosch pas in maart 1682. Voor die tijd woonde er geen Duvelaer aan de Vlasmarkt.

zondag 11 april 2010

Interieur update uit de late 17e eeuw



Huis 's-Hertogenbosch was vanaf 1682 eigendom van Pieter Duvelaer en zijn vrouw Anna Velters. Het echtpaar moderniseerde het interieur en bestelde in lijn met status en levensstijl een groot plafondstuk voor de grote zaal. Hiermee werd de godenwereld in huis gehaald. Goden en halfgoden sloegen voortaan de familieleden Duvelaer en hun gasten gade. Het gaat om Demeter - godin van de landbouw, en haar dochter Persephone - verantwoordelijk voor de seizoen, Mercurius - god van de handel, Diana -godin van de jacht, de drie gratiën - representanten van edelheid, en Mars - god van de oorlog.



Voorstellingen van mythische figuren waren aan het einde van de 17e eeuw in de mode. Frankrijk zette de trend. Een schilderij in de voorzaal van Huis 's-Hertogenbosch, aangebracht in de betimmering boven de deur, stelt Leda en de zwaan voor.



De voorzaal kreeg een hypermodern gedecoreerd stucplafond met veel relièf. Het is vormgegeven naar de ontwerpen van de Franse top-binnenhuisarchitect Daniël Marot.



Tussen de voorzaal en grote zaal werd een brede doorgang gemaakt. Een modieuze 'en suite' was het resultaat. Het oorspronkelijke gangetje tussen beide vertrekken dat onder meer via een trap toegang gaf tot de kelder kwam te vervallen. Pieter Duvelaer en Anna Velters waren nu in staat hun gasten op niveau te ontvangen.

zondag 21 februari 2010

De frustratie van Pieter Duvelaer

Tot zijn grote woede werd Pieter Duvelaer, bewoner van Huis 's-Hertogenbosch, benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland. De ambitieuze Duvelaer raakte met de benoeming zijn functie en stem in de stadsregering van Middelburg kwijt.

Pieter Duvelaer protesteerde, maar zonder resultaat. Vervolgens weigerde hij recognitie te blijven betalen. Recognitie is een heffing voor een functie in de stadsregering of de voorrechten daarvan. Die weigering leverde hem onenigheid op met de thesauriers en commissarissen van de bank van lening.

In de jaren erna bleef hij proberen 'zijn plek' in de stadsregering terug te krijgen. Hij procedeerde tot aan de Hoge Raad. Toen in 1692 een functie voor raad vrijkwam, belaagde hij op straat burgemeester Alexander de Munck 'met een seer frivool en impertinent protest'. Daarbij deed hij het voorkomen alsof de Hoge Raad hem zijn baan in de stadsregering al had toegewezen.
Het stadsbestuur beschouwde het voorval als 'een frivole en opgeraepte vexe' en verzocht de Hoge Raad het verzoek van Duvelaer te beschouwen als een politieke zaak waarover geen rechtspraak kon zijn. Einde van het liedje was dat Pieter Duvelaer naar een functie in de stadsregering kon fluiten. Toch betekende dat niet dat hij zijn invloed had verloren, zijn zonen Pieter, Daniël en Abraham waren snel, jong en slim...

zaterdag 6 februari 2010

Duvelaers koetsier en de mislukte machtsgreep

De strijd om de macht in Middelburg werd gevoerd door twee partijen of facties: die van 'de heer Duyvelaer en de syne' en die waartoe de families Velters en Thibaut behoorden. In 1686 deed de factie Duvelaer een greep naar de macht, en greep mis. De koetsier van de bewoner van Huis 's-Hertogenbosch werd gevangengezet.

De genoemde 'heer Duyvelaer' was niet Pieter Duvelaer, eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch, maar diens neef, eveneens Pieter genaamd. Omdat ze ook nog eens bijna even oud waren, werden de heren destijds aangeduid als 'Pieter Duvelaer filius Justi' (zoon van Joos) en 'Pieter Duvelaer filius Petri' (zoon van Pieter). Deze laatste was de trotse bewoner van Huis 's-Hertogenbosch.

Wat gebeurde er? De factie Duvelaer had haar zinnen gezet op de ambten van gecommitteerde raad en raad van de admiraliteit. De burgemeesters Alexander de Munck en Christiaan Thibaut voelden hier niets voor. Terwijl zij op reis waren, manipuleerde Pieter Duvelaer filius Justi de vergadering van de stadsregering in het stadhuis. Met hulp van zijn eigen factieleden liet hij zichzelf in beide functies benoemen.

Heftig protest was het gevolg. Twaalf Middelburgse regenten waaronder de twee burgemeesters stuurden een bezwaarschrift aan de stadhouder, Willem III. Deze sprak zich uit voor de factie van Velters en Thibaut en tegen Duvelaer.

Blijkbaar was Duvelaers koetsier (de Duvelaer van Huis 's-Hertogenbosch) betrokken bij de machtsgreep. Misschien had hij met een vals bericht de burgemeesters De Munck en Thibaut uit Middelburg weggelokt zodat ze niet aanwezig zouden zijn bij de vergadering. Want behalve koetsier was deze Andries de Vos bode op het stadhuis. Op last van burgemeester Thibaut werd hij vijf maanden gevangengezet op het 's Gravensteen in Middelburg.

's Gravensteen of gevangenis te Middelburg, omstreeks 1690

woensdag 3 februari 2010

Originele bezoekersgeluiden uit de 17e eeuw




Beluister het originele, 17e-eeuwse geluid van bezoekers aan Huis 's-Hertogenbosch die niet de klopper gebruikten.

dinsdag 2 februari 2010

De geheime schat in het toiletkamertje



Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg beschikte over een - in de 17e eeuw zeldzaam - inpandig toiletkamertje. Drie eeuwen na de bouw was het kamertje nog steeds in gebruik, maar dan als wijnkast. Tijdens timmerwerk aan het einde van de jaren 60 van de 20ste eeuw werd er 'de geheime schat' van Pieter Duvelaer of zijn gezinsleden ontdekt.

Omstreeks 1690 moet één van de bewoners van Huis 's-Hertogenbosch een appeltje voor de dorst hebben verstopt. Was het Pieter Duvelaer? Echtgenote Anna Velters? Of één van de vijf kinderen? Wie het ook was, hij of zij verborg zes munten achter een plankje naast de deurstijl. Het ging om twee zilveren guldens uit 1682: één van Deventer en één van Nijmegen, vier zilveren schellingen: één uit 1683 van Zeeland en drie uit het begin van de 17e eeuw: één van Zwolle en twee van Kampen.

Het toiletkamertje ter grootte van 1 x 1,5 meter bevond zich heel onopvallend in de loze ruimte tussen de voorkamer en het trappenhuis. Het had uitzicht op de binnenplaats en was bereikbaar via een deur op de trap. Het toiletje loosde op een beerkeldertje. Daar werd in 2001 een toiletset, of wat er van overgebleven was, gevonden.

Overigens bood Huis 's-Hertogenbosch voorafgaand aan de muntvondst tijdelijk onderdak aan een echte schat van gouden munten. Deze werd in maart 1966 gevonden in een veld bij Serooskerke op Walcheren. In afwachting van de veiling werden de 1023 gouden munten bewaard in de kluis van de bank Hondius, gevestigd in Huis 's-Hertogenbosch. De opbrengst van de veiling bedroeg meer dan een half miljoen gulden.

zaterdag 30 januari 2010

Het bedrog van Pieter Duvelaer komt uit

Pieter Duvelaer werd begin 1684 beschuldigd van misleiding en bedrog door drie vrouwen. De klachten werden geuit bij het provinciebestuur door Henriette Thibaut. Duvelaer was de voogd van haar zoon, een voogd 'die sigh soo ongehoort in prejudicie van een weese door sijn industrie heeft weten te verrijcken [dat het] niet en betaemt'. Sinds 1682 was Duvelaer eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg.

Wat ging hieraan vooraf? Pieter Duvelaer dwong in 1680 op slinkse wijze 'eerherstel' af voor zijn echtgenote. Zij werd eerder niet erkend omdat haar moeder het dienstmeisje van de familie Velters was. De nieuwe, officiële erkenning leidde echter niet tot het beoogde financiële gewin en daarom vervalste Pieter Duvelaer het testament van Francois Velters.

Francois Velters werd vlak voor zijn overlijden in 1679 bedrogen door zijn echtgenote, Henriette Thibaut. Zij ging er vandoor met Alexander de Munck. Velters onterfde haar 'wegens quaat comportement'. Enig erfgenaam werd hun minderjarige zoon Hendrick. Zijn twee zusters benoemde hij fideï-commis. De zorg voor de kleine Hendrick werd in handen gegeven van Pieter Duvelaer. Als voogd en als executeur-testamentair wist Duvelaer een codicil of clausule aan het testament toe te voegen, waardoor zijn echtgenote, Anna Velters, recht kreeg op 14.000 gulden uit de erfenis.

Henriette Thibaut kon het bloed van Duvelaer wel drinken. Door zijn toedoen had zij de voogdij over haar zoon verloren. De weduwe was hertrouwd met haar minnaar Alexander de Munck. Deze was na hun vlucht gevangen gezet in Den Haag, maar op aandringen van de stadhouder al snel vrijgelaten. Door de rechtbank in Middelburg werd De Munck veroordeeld tot eeuwige verbanning, maar ook die straf was van korte duur. De stadhouder verleende hem 'brieven van abolitie', waarna De Munck direct naar Middelburg terugkeerde en er snel carrière maakte, binnen een mum van tijd werd hij zelfs burgemeester.
Henriette Thibaut rustte niet totdat zij de voogdij over haar zoon terug had. Waar mogelijk sleepte zij Duvelaer voor de rechter, evenals de partij die hij vertegenwoordigde: de twee zusters van Francois Velters. Duvelaer op zijn beurt stookte de zusters zoveel mogelijk op tegen Thibaut. De zusters vertrouwden Duvelaer volledig, een van hen machtigde hem zelfs in haar plaats op te treden. Hij had hen dan ook wijs gemaakt dat zij op termijn meedeelden in de nalatenschap van hun broer.


Opponent van Pieter Duvelaer en echtgenoot van Henriette Thibaut, Alexander de Munck, hier afgebeeld op latere leeftijd.

Duvelaers bedrog kwam uit toen de ruziënde familieleden met elkaar in gesprek kwamen. Dat had Duvelaer aan zijn eigen hebzucht te danken. Want hoewel hij dankzij het codicil 'recht' had op 14.000 gulden, kon hij dat geld niet incasseren. De boedel van Francois Velters, die hij als executeur-testamentair beheerde, bevatte namelijk niet zoveel contanten. De situatie was voor Duvelaer onuitstaanbaar. Hij bedacht 'oplossingen', maar zonder het gewenste resultaat. Integendeel zelfs.

Allereerste probeerde Duvelaer het op een akkoord met Henriette Thibaut te gooien. Dat was in februari 1683. In de overeenkomst legde hij zijn voogdijschap over Hendrick neer. Twee nieuwe voogden zouden met instemming van Thibaut worden aangesteld.
Thibaut zou alle bezittingen van haar overleden echtgenoot aan zijn twee zusters afstaan. Die bezittingen bestonden uit effecten, juwelen en contanten die zij en Alexander de Munck op hun vlucht hadden meegenomen. De diamanten ring om haar vinger moest zij volgens het testament van Francois Velters afstaan aan haar nichtje. Zijzelf mocht slechts de 'kleederen, linnen, zijde en wolle, tot haren hoofde en lijve dienende' behouden.
De twee zusters dienden vervolgens de boedel ter waarde van de effecten aan te vullen in contanten. En de beheerder van de boedel was Pieter Duvelaer...
Duvelaer zou volgens de overeenkomst de goederen verkopen en een derde van de opbrengst op naam van de minderjarige Hendrick zetten. De overige tweederde diende hij fideï-commis te beheren voor de beide zusters van Francois Velters. Verder diende hij Henriette Thibaut jaarlijks een toelage te verlenen, maar zij kon geen eisen stellen aan de hoogte ervan.
Tenslotte werden er drie procureurs aangesteld die de drie procederende partijen vertegenwoordigden en die erop zouden toezien dat het akkoord werd nageleefd.

Een paar dagen na het akkoord trok Duvelaer zich terug. De procureurs waren te grote pottenkijkers. Hij dwarsboomde de benoeming van zijn eigen procureur en verklaarde voor notaris Jannis Miggrode, zijn oom, dat hij 'voor als nogh geensints van sin is, sich in den inhoude van dat accoort te laten condemneren'. Later verdedigde hij zich met de onzinnige bewering dat Henriette Thibaut het originele akkoord uit het secretariaat van het stadhuis zou hebben ontvreemd. Thibaut procedeerde tot aan de Hoge Raad, zonder resultaat. De zaak kwam daar in handen van de Heer van Odijk, de eerste edele van Zeeland en vertrouweling van de stadhouder. Van Odijk concludeerde dat het onmogelijk was alle partijen te horen, waarna de zaak werd geretourneerd aan de provincie.

Na deze mislukking probeerde Duvelaer in het najaar van 1683 op een andere manier voor contanten in de boedel te zorgen. Hij verzocht het provinciebestuur het fideï-commis van de goederen in de erfenis van Francois Velters te verwijderen, zodat hij ze ten gelde kon maken. Henriette Thibaut reageerde onmiddellijk. Zij toog naar het provinciebestuur om de rechten van haar zoon, 'de onnoosele weese' te verdedigen. Zij wilde de goederen en ook de opbrengsten uit vruchtgebruik terug onder fideï-commis plaatsen. De dichtende regent uit Vlissingen, Michiel Michielsen, schreef hierover:

doe quam Francois Velters wees
met syn moeder en syn moejen
die versogt misschien uyt vrees
dat syn goed niet aan sou groejen
dat 't goed dat ontslagen is
weer sou syn fideï-commis

Het gemanipuleer van Pieter Duvelaer had tot gevolg dat de zusters en Henriette Thibaut toenadering zochten. Tot aan het akkoord had hij ze handig tegen elkaar uitgespeeld, maar daar kwam nu een einde aan. Begin 1684 ontdekten de drie vrouwen het bestaan en de inhoud van het codicil.

Gezamenlijk richtten de vrouwen een dringend verzoek aan het provinciebestuur. Zij eisten inzage in het originele testament en codicil, en verhoor van de notaris Jannis Miggrode. De minderjarige Hendrick diende onmiddellijk andere voogden te krijgen, 'voogden die capabel zijn om zijn rechten te verdedigen tegenover Pieter Duyvelaar'. Duvelaer werd ervan beschuldigd de minderjarige Hendrick 'die onnoosele pupilte [...] te ontsetten van sijne middelen'. Duvelaer was een voogd 'die sigh soo ongehoort in prejudicie van een weese door sijn industrie heeft weten te verrijcken [dat het] niet en betaemt'.
De zuster die Duvelaer had gemachtigd in haar naam te handelen, klaagde te zijn bedrogen. Hij had haar wijs gemaakt dat ze erfgenaam van haar broer was, terwijl ze alleen fideï-commis de erfenis van haar neefje beheerde. Duvelaer had haar 'met die apparente successie weten te coiferen, omme des te beter (soo hij selver segt) sijn eygen intrest te konnen vorderen'.

Henriette Thibaut en de zusters Velters verzochten het provinciebestuur met klem het door Duvelaer opgestelde testament en codicil onwettig te verklaren en gepaste maatregelen te nemen. Pieter Duvelaers rol in de erfenis van Francois Velters was kortom uitgespeeld.

zondag 24 januari 2010

Handig! de 17e-eeuwse sleutel van de voordeur



164 gram weegt de opvouwbare sleutel van de voordeur van Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg. Geen lichtgewicht, maar wel een veel handzamer formaat dan de 'normale' sleutel die bijna 13 cm lang is en 114 gram weegt. De sleutels zijn net zo oud als het huis en gaan dus al 345 jaar mee.

















Ook de voordeur met hang- en sluitwerk dateert uit 1665. Het sleutelgat is zo groot dat er een klepje tegen de tocht voor geschoven kan worden.















































dinsdag 19 januari 2010

Mallepraat van Duvelaer, advocaat

De carrière van Pieter Duvelaer, eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch vanaf 1682, kende een vliegende start. Na zijn studie rechten in Leiden werd hij op 22-jarige leeftijd benoemd tot raad in de stadsregering van Middelburg. Gedurende achttien jaar bleef hij afwisselend raad, thesaurier en schepen. In turbulente tijden raakte hij zijn positie wel eens kwijt, zoals in het Rampjaar, maar nooit voor lang.

Een andere gelegenheid waarbij dat gebeurde, was toen de stadsregering een rol speelde in een godsdienstig conflict. Wat was er aan de hand? Binnen de gereformeerde kerk in Middelburg werd strijd gevoerd tussen de voetianen, geleid door predikant Thilenus, en de coccejanen onder leiding van predikant Momma. De stadsregering koos partij voor de coccejanen omdat zij geen moeite hadden met overheidsbemoeienis in kerkzaken.
In 1676 werd predikant Wilhelmus Momma beroepen in Middelburg tegen de zin van de classis en stadhouder Willem III. Desondanks zette de Middelburgse stadsregering de benoeming door en stuurde een delegatie naar Den Haag om te pleiten voor haar zaak. Pieter Duvelaer was één van de afgevaardigden. Zijn rol werd beschreven door de dichtende Vlissingse regent Michiel Michielsen:

En om haar yver te betoonen
Zond Middelburg nog meer persoonen
uyt haer agtbare magistraat
gedeputeerde tot den staat
Om dese saak wel te beginnen
Stonden sy met haar neegen binnen
en voor den soo wat malle praet
door Duvelaer haar advocaat

De stadhouder maakte echter korte metten met Middelburg. Hij reisde naar Zeeland en zorgde er persoonlijk voor dat Momma werd afgezet. De zittende leden van de stadsregering stuurde hij naar huis. Pieter Duvelaer zag de bui al hangen en zegde snel zelf zijn baan op. Een jaar later was hij terug op het regeringspluche.

Stadhouder Willem III, Prins van Oranje, omstreeks 1677-1684.
Schilderij door Caspar Netscher. Collectie Rijksmuseum

maandag 18 januari 2010

Spindoctor Duvelaer en eega in beeld

Tientallen schilderijen hebben de wanden van Huis 's-Hertogenbosch hebben gesierd. Daaronder waren de geschilderde portretten van de bewoners Pieter Duvelaer en Anna Velters. Zij lieten zich portretteren op grootformaat.


Anna werd afgebeeld in een tuin naast een fontein: een arcadisch landschap dat vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw erg modieus was. Ze is gekleed in witte zijde en draagt parels.

Pieter daarentegen is geportretteerd in zijn studeerkamer - een symbool voor zijn (juridische) kennis en wijsheid. De zandloper zou kunnen verwijzen naar de familiespreuk 'Festina Lente', wat letterlijk betekent: Haast u langzaam, oftewel: Wacht tot het juiste moment is gekomen.


Curieus is dat hoewel beide schilderijen dezelfde afmetingen (122x101,6 cm) hebben, en dus elkaars pendant zouden zijn, niet door een en dezelfde kunstenaar gemaakt werden. Het portret van Pieter Duvelaer is gesigneerd door Jan Denens, het andere draagt de initialen L.P/M.
Op de achterkant van de schilderijen zijn de familiewapens van Duvelaer en Velters afgebeeld. Die afbeeldingen zijn van later datum omdat de schilderijen opnieuw werden bedoekt. De originele wapens en teksten zijn toen waarschijnlijk gekopieerd. De schilderijen werden in het laatste decennium van de vorige eeuw op de veiling gebracht door het Montclair Art Museum, Montclair, New Jersey.

maandag 11 januari 2010

Prestigeobject met een verrassend secreet

Pieter Duvelaer kocht in maart 1682 een prestigieus huis. Huis 's-Hertogenbosch in Middelburg was groot, monumentaal en had uitstraling. De gevel in de stijl van het Hollands-Classicisme, met pilaren, zuilenorden, en het hoogstaande beeldhouwwerk boven de voordeur kon zich meten met de belangrijkste panden in het land.

Achter de voordeur lag de royale hal en gang met zwartwit geblokte marmeren vloer. Rechts van de gang lag een voorkamer en daarachter een grote zaal, met toegang tot het naastgelegen huis de Olymolen'. Links van de gang bevonden zich een kantoor, het trappenhuis en de eetkamer. De keuken was gesitueerd achter het buurpand de Drye Coninghen en grensde aan de eetkamer.

Tussen Huis 's-Hertogenbosch en de Drye Coninghen was een vierkant binnenplaatsje uitgespaard, waartoe de achtergevel van het buurpand werd aangepast. Het regenwater van de daken van de huizen werd hier opgevangen in een vierkante (ondergrondse) regenbak. Daarnaast bevond zich een wel waaruit water kon worden opgepompt.

De ramen in de gevel bij de binnenplaats zorgden voor licht in het trappenhuis, en in klein kamertje tussen het trappenhuis en het kantoor: het secreet van Pieter Duvelaer en zijn gezin. Normaal gesproken werden toiletten of beerputten aangebracht aan de achterzijde van huizen, maar Huis 's-Hertogenbosch beschikte over een inpandig toilet. De beerput in de kelder zal van tijd tot tijd geleegd moeten zijn.
Toch gaf dit ooit stinkende beerputje nog een originele verrassing prijs: een toiletset - of wat daar van over is gebleven - daterend van rond 1700. Het gaat om twee borstelkoppen van been. Aan de bovenzijde is de groene oxidatie van koperdraad te zien waarmee het varkenshaar aan de borstels was gebonden. Waarschijnlijk hebben de borstels beide een huls van zilver gehad.

Borstelkoppen van been, boven- en onderzijde

zaterdag 2 januari 2010

Pieter Duvelaer, een 'echte vriend'

Pieter Duvelaer, vanaf maart 1682 eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch, werkte aan 'eerherstel' voor zijn vrouw Anna Velters. De familie Velters wilde haar niet erkennen; haar moeder was slechts dienstmeid van de familie. Duvelaer was van mening dat zijn vrouw evenveel rechten (op erfenissen) had als andere familieleden. In 1679 deed zich een gelegenheid voor die hij misbruikte om zichzelf te verrijken. Wat was er gebeurd?

Francois Velters, Heer van Aagtekerke, werd in het najaar van 1679 ernstig ziek. Die zomer was zijn vrouw, Henriette Thibaut, er vandoor gegaan met haar minnaar Alexander de Munck. Terwijl Velters op zijn buiten Sint Jan ten Heere in Aagtekerke verbleef, forceerden zijn vrouw en haar minnaar zijn kantoor. Met medeneming van zoveel mogelijk bezittingen - waardepapieren, sieraden en zelfs meubelen - sloegen zij op de vlucht. De totale buit had een waarde van ongeveer 14.000 gulden. Henrietta Thibaut en Alexander de Munck reisden apart, terwijl het transport van de meubelen werd begeleid door knecht Dirck en dienstmeid Anna Maertens. Velters kreeg al gauw lucht van de diefstal. Hij liet een opsporingsbevel uitvaardigen en het duurde niet lang of het tweetal werd gepakt.
De ontrouw van zijn vrouw was voor Francois Velters onverteerbaar, hij werd er ziek van. In het bijzijn van zijn 'goede vriend' Pieter Duvelaer maakte hij zijn laatste wilsbeschikking op. Nog voor het jaar ten einde liep, overleed hij aan naar men zei 'een gebroken hart'.

Executeur van de boedel én voogd over Velters' enige erfgenaam, zijn minderjarige zoon Hendrick werd: Pieter Duvelaer. Als executeur en voogd ontving Duvelaer dat eerste jaar 1000 gulden. Daarnaast kon hij voortaan kosten declareren zonder verantwoording af te leggen.

Henriette Thibaut werd in het testament onterfd wegens 'quaat comportement'. De twee zusters van Francois Velters werden fideï-commis benoemd: zij droegen er zorg voor dat inkomsten uit de boedel van hun overleden broer ten goede kwamen van de kleine Hendrick. Zij zouden slechts erven als Hendrick zonder erfgenaam overleed.

Het echtpaar Duvelaer zou nu tevreden kunnen zijn, maar niets was minder waar. Zodra de beide zusters van Francois vertrokken waren, liet Pieter Duvelaer een codicil toevoegen aan het testament. Hij riep daartoe de hulp in van zijn oom, notaris Johannis Miggrode. Volgens het codicil kreeg Anna Velters een legaat van 14.000 gulden toegewezen. Het codicil kreeg echter pas geldigheid als de meerderheid van de betrokkenen ermee instemden: één van de zusters moest ondertekenen.
Dat lukte Pieter Duvelaer door het vertrouwen te winnen van de zuster die weduwe was en een groot deel van het jaar in Den Haag doorbracht. Zij machtigde hem in februari 1680 om haar belangen bij haar afwezigheid te behartigen. In maart 1680 werd het codicil ondertekend. Pieter Duvelaer tekende voor de minderjarige Hendrick. Hij machtigde een vriend te tekenen voor de zuster van Francois. Als getuigen traden twee familieleden van Pieter Duvelaer op.

Pieter Duvelaer en Anna Velters hadden nu officieel recht op 14.000 gulden uit de nalatenschap van Francois Velters. Het codicil bleef echter geheim. Toen het bedrog uitkwam, woonde het echtpaar Duvelaer en hun vijf kinderen al twee jaar in Huis 's-Hertogenbosch.

vrijdag 1 januari 2010

Eeuwenoud uitzicht op het stadhuis


Uitzicht vanuit een zolderraam van Huis 's-Hertogenbosch op de toren van het stadhuis in Middelburg.