dinsdag 19 januari 2010

Mallepraat van Duvelaer, advocaat

De carrière van Pieter Duvelaer, eigenaar van Huis 's-Hertogenbosch vanaf 1682, kende een vliegende start. Na zijn studie rechten in Leiden werd hij op 22-jarige leeftijd benoemd tot raad in de stadsregering van Middelburg. Gedurende achttien jaar bleef hij afwisselend raad, thesaurier en schepen. In turbulente tijden raakte hij zijn positie wel eens kwijt, zoals in het Rampjaar, maar nooit voor lang.

Een andere gelegenheid waarbij dat gebeurde, was toen de stadsregering een rol speelde in een godsdienstig conflict. Wat was er aan de hand? Binnen de gereformeerde kerk in Middelburg werd strijd gevoerd tussen de voetianen, geleid door predikant Thilenus, en de coccejanen onder leiding van predikant Momma. De stadsregering koos partij voor de coccejanen omdat zij geen moeite hadden met overheidsbemoeienis in kerkzaken.
In 1676 werd predikant Wilhelmus Momma beroepen in Middelburg tegen de zin van de classis en stadhouder Willem III. Desondanks zette de Middelburgse stadsregering de benoeming door en stuurde een delegatie naar Den Haag om te pleiten voor haar zaak. Pieter Duvelaer was één van de afgevaardigden. Zijn rol werd beschreven door de dichtende Vlissingse regent Michiel Michielsen:

En om haar yver te betoonen
Zond Middelburg nog meer persoonen
uyt haer agtbare magistraat
gedeputeerde tot den staat
Om dese saak wel te beginnen
Stonden sy met haar neegen binnen
en voor den soo wat malle praet
door Duvelaer haar advocaat

De stadhouder maakte echter korte metten met Middelburg. Hij reisde naar Zeeland en zorgde er persoonlijk voor dat Momma werd afgezet. De zittende leden van de stadsregering stuurde hij naar huis. Pieter Duvelaer zag de bui al hangen en zegde snel zelf zijn baan op. Een jaar later was hij terug op het regeringspluche.

Stadhouder Willem III, Prins van Oranje, omstreeks 1677-1684.
Schilderij door Caspar Netscher. Collectie Rijksmuseum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten